Recensie Opdrachtgeverschap in negen paradigma’s

Rond opdrachtgeverschap bestaan verschillende denkbeelden of paradigma’s. Leef je in een bepaalde denkwereld dan zie je bepaalde zaken wel en andere niet. In het eerste deel van het boek Opdrachtgeverschap in negen paradigma’s, onder redactie van Edwin van Dieën en Jan den Hollander worden negen paradigma’s, negen manieren van kijken naar opdrachtgeverschap, beschreven. Waarbij de kanttekening gemaakt wordt dat er nog vele buiten beschouwing zijn gelaten. Ieder paradigma wordt door een of meer auteurs nader toegelicht.

Vervolgens krijgen we een intermezzo met daarin de belangrijkste conclusies die te trekken zijn uit de verschillende paradigma’s. In het tweede deel staat de leerervaring centraal. Hoe kan je al lerend met de verschillende paradigma’s aan de gang gaan? Kan je je los maken van je eigen denkwereld. Wat kunnen verschillende paradigma’s opleveren voor je eigen denkwereld?

  1. Opdrachtgeverschap volgens het New Public Management (Sandra van Thiel en Johan de Kruijf). Er bestaat onvrede over de relatie tussen opdrachtgevers (ministeries) en opdrachtgevers (uitvoeringsorganisaties)  waarbij door de opdrachtgever onvoldoende aandacht is voor de grenzen aan uitvoerbaarheid. Aan de hand van de Principaal-agent theorie en de steward theorie wordt gezocht naar verklaringen. Principaal-agent theorie: Het ministerie (principaal) is opdrachtgever die een contract sluit met de agent (uitvoeringsorganisatie; opdrachtnemer). De steward theorie gaat er vanuit dat de opdrachtnemer (uitvoeringsorganisatie; nu steward geheten) hetzelfde maatschappelijke doel nastreeft als de principaal (ministerie; opdrachtgever). 
  2. Publiek opdrachtgeverschap: Het selecteren van en gunnen aan een opdrachtnemer (Jolien Grandia). Met name het initiële/tactische deel van het inkoopproces is voor publieke opdrachtgevers anders dan voor private opdrachtgevers daar zij als gevolg van Europese regels en richtlijnen minder vrij zijn om te bepalen hoe zij een opdrachtnemer selecteren (vb. openbare aanbesteding).
  3. Productie- en leveranciersketens (Walther Ploos van Amstel). Opdrachtgeverschap vraagt om een zorgvuldige afweging van de financiële impact als ook van de risico’s die zijn gemoeid met de aanbesteding (hefboom, strategische, bottleneck en routine producten) of mogelijk zelfs publiek-private samenwerking (communicatiegerichte, coördinatiegerichte, tactische en strategische samenwerking).
  4. Naar nieuwe verhoudingen in de bouwsector: van opdrachtgeven naar partnering – of toch niet (Marleen Hermans). Om in staat te zijn de organisaties aan beide zijden zich werkelijk te laten voegen naar nieuwe typen overeenkomsten is een lange adem nodig en moet rekening gehouden worden met de sterk teruglopende beschikbaarheid van arbeidspotentieel.
  5. De interne opdrachtgever bij gemeenten en provincies (Edwin van Dieën).  Bij overheden bestaat de organisatie uit twee delen: 1. de politiek- bestuurlijke organisatie met (bij een gemeente) de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders en 2. de ambtelijke organisatie. Lagere overheden maken daarom onderscheid tussen de bestuurlijk opdrachtgever die de politiek-bestuurlijke rationaliteit van macht en emotie inbrengt en de ambtelijke opdrachtgever voor de inhoudelijke en procedurele inbreng.
  6. Goed werkgeverschap en goed opdrachtgeverschap. Net even anders (Hugo-Jan Ruts). Zelfstandige professionals (zzp’ers) zijn gevoelig voor een gelijkwaardige, professionele, relatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. “Set me free; be clear with me; care about me; recognize me“.
  7. Projectopdrachtgeverschap (Michiel van der Molen). de opdrachtgever is de verbindende schakel tussen de permanente organisatie (de lijnorganisatie) en de tijdelijke organisatie (het project). De vier principes van professioneel opdrachtgeverschap zijn: deel het waarom, organiseer eigenaarschap, richt je op resultaten en geef verantwoordelijkheid.
  8. De vanzelfdynamiek rond de opdrachtgever (Jan den Hollander). Als opdrachtgever en opdrachtnemer de spanning goed hanteren, komen beide perspectieven in alle scherpte op tafel en vindt op basis daarvan de besluitvorming plaats, anders leidt dit tot wederzijds onbegrip en wantrouwen.
  9. De verborgen positie van de opdrachtgever (Rechtbank Amsterdam). De criminele opdrachtgever stuurt met angst. “De personen van wie zij de opdracht, inlichtingen en geld ontvingen, handelden in opdracht van (een) ander(en); de werkelijke opdrachtgever(s)“.

De eerste vier paradigma’s zijn van toepassing op de samenwerking tussen organisaties. De andere paradigma’s zijn van toepassing op de samenwerking tussen personen. Hierbij moet de kanttekening gemaakt worden dat het paradigma opdrachtgeverschap voor zzp’ers een mengvorm is, die zich richt op de samenwerking tussen organisatie en persoon. Binnen ieder paradigma zijn een of meerdere dilemma’s te onderkennen en krijgen we, per paradigma, een overzicht van de essenties in de relatie t.o.v.  opdrachtnemer.

In de laatste twee hoofdstukken geven twee auteurs hun eigen ervaring hoe ze vanuit hun eigen paradigma omgegaan zijn met de andere paradigma’s. Hoe de paradigma’s hun blikveld hebben verbreed en inzicht hebben verrijkt en wat ze kunnen leren van de andere paradigma’s als deze naast hun eigen paradigma worden gezet.

Conclusie: Het boekje laat zien dat vele dilemma’s liggen op de lijn  opdrachtgever – opdrachtnemer. Wat mij betreft hadden de negen dilemma’s wat verder uitgewerkt mogen worden. Sommige toelichtingen vind ik te summier om te kunnen doorgronden wat er nu achter zit. Gelukkig bieden de auteurs vele suggesties om je in de onderliggende materie te verdiepen. De beperktheid heeft wel tot gevolg dat de tekst ingedikt en soms droog of taai over komt en wat de leesbaarheid niet bevordert.

Bestellen Opdrachtgeverschap in negen paradigma’s:  Managementboek

One response to “Recensie Opdrachtgeverschap in negen paradigma’s

  1. Pingback: Recensie Vakblad Projectmanagement en agilemanagement NR. 11 – 2020 | Henny Portman's Blog

Leave a comment